Artikel verschenen in Hajime!

Interview met Eli Steenput, door Jean Trembloy

Wat is nu het verband tussen Aikido en ruimtevaart?
Ik ben met Aikido begonnen in 1992, tijdens mijn studie lucht-en ruimtevaarttechnologie in Gent.

Waar heb je daar Aikido gevolgd?
Er was een initiatiecursus die doorging in de lokalen van de Gentse Universitaire Sport Bond. De lessen werden gegeven door Gaetan Francken en nog een man of twee. Ik geloof dat hun club deel uitmaakt van Aiki Okami, een groep aangesloten bij de VAV.

Dat was in dat zaaltje met die toestellen?
Ja, die powertraining foltertoestellen stonden daar. De mat daar werd trouwens ook gebruikt door de ninja club. Ik keek altijd naar het einde van hun training.

Wie waren dat?
De Togakure ryu ninjutsuclub, van shidoshi Benedikt Sas. Die technieken leken een beetje op Pierre zijn Yawara. Ik heb hen ook een paar keer met bokken en met de knuppel zien trainen. De deelnemers droegen allemaal een zwarte keikogi, en op het einde van de les was er ritueel handgeklap en spreuken. Die mystieke toestanden zeiden mij niet zo veel.

Hoe lang heb je daar Aikido gedaan?
De duur van het akademiejaar, dat begon in oktober en eindigde voor de examens, mei denk ik. Daarna was er mogelijkheid om te trainen in hun club, maar je moest je daar voor een volledig jaar aansluiten, en dat kostte iets van een 6000fr. Dat bedrag had ik er niet voor over, voor die paar maand dat ik nog in Gent was. Die dojo lag ook een heel eind verder af. Bovendien had ik ook examens en een thesis te doen.

Je hebt daar dus meer dan zes maand getraind, heb je op het einde een gele gordel gekregen?
In die club werden geen gekleurde gordels gegeven, omdat dat eigenlijk iets voor kinderen is. Er waren geen uiterlijke kenmerken van graad. Een hakama werd enkel door yudansha gedragen, maar dat was om het voetenwerk van de beginners gemakkelijker te kunnen verbeteren, niet om te tonen dat zij 'minder' waren. Ik heb wel een getuigschrift gekregen dat ik die reeks gevolgd heb, en de laatste les was er een soort examen, maar ik weet niet of dat in hun club dan overeenstemde met 5de kyu ofzo.

Hoe waren de trainingen daar?
In vergelijking met Ternat was de training erg dynamisch, er werd ook veel aandacht besteed aan maai, een correcte aanval, timing, een goede verplaatsing en verbreking van het evenwicht. Ongeveer een derde van de training was in 2 of 3 groepen, waarin 1 persoon de techniek deed, en de anderen hem om beurten afwisselend links en rechts moesten aanvallen. Na een keer of zes werd dan gewisseld. Dat was erg randori-achtige training, men moest direkt klaar staan voor de volgende aanvaller. Bij elke groep stond een lesgever die verbeteringen gaf, zowel op de aanval, de techniek, als de val.

De aanval moest oprecht zijn, als je iemands pols pakte moest je duwen of trekken, of slaan met je andere hand, maar nooit als een standbeeld blijven staan. De verdediger bepaalde het moment van de aanval door een schijnbare opening in zijn kamae, bv. de hand zo uitsteken dat ze gegrepen kon/moest worden.

De rest van de training was per twee zoals bij ons. Er werd ginder wel sterker op aangedrongen om met iedereen evenveel te werken, niet twee keer met dezelfde persoon in een les, en om alle technieken evenveel links als rechts uit te voeren. Op het einde van de les waren er altijd oefeningen op de knieen en kokyo-ho training. De opwarming bevatte ook een aantal ademhalingsoefeningen zoals torifune, en ik had de indruk dat er veel meer gevallen werd in de opwarming, meerdere keren de diagonaal van de mat.

Theo heeft ook zo een periode veel links en rechts gewerkt.
Theo doet bijna alle technieken links en rechts, maar bijna niemand doet hem na. Ik vraag me zelfs af of ze het wel opmerken. Het zou al veel helpen als op de examens alles langs de twee kanten gevraagd werd.

Waren de technieken daar hetzelfde als bij ons?
Het was natuurlijk een initiatie, er werden maar een paar technieken aangeleerd. De voornaamste waren kokyu nage en irimi nage, die vormen die we hier niet zoveel doen, zoals tai no henka. Ik herinner me ook ikkyo, nikkyo, sankyo, shio nage, kote gaeshi, en vormen van tenchi nage en sumi otoshi. Een ikkyo werd daar meestal nikkyo afgewerkt op de grond. Ik herinner me niet dat er ooit yonkyo of gokyo gedaan is, en ook geen kaiten nage of koshi nage. Ook werden daar de verplaatsingen op een minder gestructureerde manier geleerd, vooral taisabaki verplaatsingen. De nadruk lag meer op voelen waar de aanvaller naartoe wou, om hem uit evenwicht te kunnen brengen. Daarom was de aanval ook zo belangrijk.

Was ikkyo ginder positief of negatief?
Allebei. Wat ik nog ben vergeten te zeggen, alle aanvallen werden daar in het Japans genoemd, gyaku hanmi katate dori enzo. Nog iets interessant was dat alle technieken daar uitgelegd werden met zwaardtechnieken, bokken tegen bokken, ongeveer zoals in het boek van Shirata Rinjiro. Dat vond ik heel fascinerend.

Je hebt dan een tijd stilgelegen?
Een paar maanden ja. Ik miste die training wel, en ook de interessante kontakten achteraf. De meeste deelnemers waren universiteitsstudenten, dat geeft wel een unieke sfeer. Er was daar een judoka, een universitair karatekampioen, een iaidoka, iemand die japans studeerde… Maar iedereen had toen examens, en ik ben toen naar Ternat gekomen om de invloed van geluid op verbranding te bestuderen.
De club van Theo was vlak voor uw deur, waarom heb je daar al die jaren nooit uw neus binnengestoken?
Ik hoorde vroeger in Ternat dat Theo zo ne vieze was, ne sadist, en dat hij al mensen hunne rug gebroken had zodat ze heel hun leven moesten blijven liggen, dat soort geruchten. Ik wist toen ook niet wat aikido was.

Waarom ben je dan toch naar hier gekomen?
Mijn familie begon lastig te worden van mijn pogingen om op hen aikido te oefenen, voorwaartse val te doen in huis, enz. En ik wou toch graag voort aikido trainen.

Wat waren de eerste indrukken?
De gekleurde gordels natuurlijk, en veel kinderen op de mat, en dat iedereen met zijn rug naar de foto van Ueshiba zat. Dat is in feite nogal een rare gewoonte. Normaal zit men nooit met de rug naar de tokonoma. Die eerste les was nogal anders dan ik gedacht had, die toffe dingen met de bokken werden hier niet gedaan, er werd wel meer aandacht besteed aan de handbewegingen, maar minder aan de verplaatsingen en de aanval. Statischer en meer tegenwerken in plaats van gebruik te maken van de beweging van de aanvaller. Sommige mensen reageerden negatief als ik eens een linkse aanval deed. De afwerkingen leken mij ook eerder slordig in het algemeen.

Waarom ben je dan nog terug gekomen als het hier allemaal zo slecht was?
Het was ginder niet beter, maar wel anders. In het begin was het een zekere aanpassing. Ik weet nog dat na mijn eerste les er juji garami's en koshi nage's getraind werden, en toen moest ik natuurlijk terugdenken aan die verhalen van gebroken ruggen. Die technieken had ik daar niet geleerd. Er waren hier verschillende mensen die een stijl hadden die ik wel graag wou leren. Ik denk bijvoorbeeld aan Willy Marissens en Dirk Fierens. Hoewel er sommige dingen van ginder zijn die ik misschien zou invoeren als ik zelf een club had. Of toch eens zou proberen. Het is altijd nuttig van op een ander eens te kijken hoe de dingen daar gedaan worden.

Was er buiten die mensen echt niemand anders die indruk op u gemaakt heeft?
Je bedoelt iemand die nogal graag naar complimenten vist?